Aubertuskolonie

Bijgewerkt:
27/10/2025
Aubertuskolonie

Merkwaardig genoeg, en dat pleit voor de gezonde buitenlucht van Bethanie, bevond er zich nog een tweede tehuis voor kinderen, de Aubertusverlofkolonie. Meer bepaald in dit geval, een tehuis om de kinderen uit de Antwerpse volkswijk, tussen Kerkstraat in Stuivenbergplein, enkele dagen te laten genieten van vakantie en onbezorgd spelen in het groene Brasschaat. Hier dus geen sprake van “leren” en “school”, neen het gaat alleen over “spelen”.

Stichter en erevoorzitter was de Antwerpse notaris Aubert De Ridder, vandaar ook naam van de instelling. In 1926 kocht hij van de erven Broos-Wuyts het rechterdeel van een kleine tweewoonst. De tweewoonst stond aan de hoek van de Koloniestraat en was er in 1922 gebouwd door de weduwe Broos. Haar dochter Anna trouwde met Willem Michielse en samen maakten die van het linkerdeel een boerderij. Rechts van de tweewoonst lag nog een stuk grond van 2 000 m2, eveneens toebehorende aan Joanna Wuyts. Om aan de kinderen nog meer speelruimte te geven, kocht notaris De Ridder ook dat stuk en vergrootte tevens het huisje met een kamer ernaast.

Om aan het geheel en aan het initiatief zelf meer draagkracht te geven en om meer mogelijkheden voor de kinderen te creëren, werd op 19 maart 1929 de “vzw Aubertuskolonie” opgericht. Maakten deel uit van deze vzw: Aubert De Ridder, erevoorzitter; Jos Huysmans, voorzitter, Maria Huysmans, zuster van vorige en schatbewaarder; Frans Van de Pitte en Frans Wouters. Vervolgens werd op 4 september 1929 een beheerscontract tussen de notaris en de vzw opgesteld. Voor de symbolische prijs van 5 fr. per jaar, kreeg de vzw het gebruik, de zorg en het onderhoud van het gebouw, met tevens de toelating om aan het gebouw veranderingswerken te laten uitvoeren. Daarop stelde Maria Huysmans een lening van 35.000 fr. ter beschikking en men liet onmiddellijk de woning verbouwen. Er kwam een volle eerste verdieping en een dakverdieping op, wat resulteerde in bijkomende kamers, een kleine huiskapel en een slaapzaal. De grond naast het gebouw werd door notaris De Ridder eveneens ter beschikking gesteld als speelterrein voor de kinderen. Anno 1999 staan de twee gebouwen er nog steeds in hun disproportie naast elkaar; links, het kleine van Willem en Anna; rechts het grote van Aubertus, thans privé-eigendom.

In 1929 verbleven er reeds 453 kinderen in deze kolonie, telkens voor enkele dagen of een week. In 1931 waren er dat 698; in 1932 steeg het aantal tot 914 en in 1933 tot 1.537. Op 23 juli 1933 werd het tienjarig bestaan van de Aubertuskolonie gevierd. Men huldiging van de stichter … die in dat eenvoudige landbouwhuisje aan de gewone volksjeugd de gelegenheid wou geven om ook eenige uurtjes aangenaam op den buiten door te brengen, ver verwijderg van alle gejoel en bederf op moreel gebied, welke het leven in de grootstad steeds omringen…

De voorzitter, Jos Huysmans (°1881 +1963) verbleef weliswaar in de zomer permanent in de kolonie, maar woonde in feite in de Lange Van Bloerstraat 30 te Antwerpen, samen met zijn zuster. Hij was een vriendelijk man, klein van gestalte met grijzend haar en een dito snorretje. Men noemde hem master Huysmans, omdat hij vroeger bij de scouts was geweest en omdat hij steeds een scoutshoed en een scoutsbroek droeg, zij het dan dat de korte pijpen van die broek tot over zijn knieën reikten. Wanneer er tijdens het weekend veel kinderen verbleven in de kolonie, kwam mijnheer Huysmans er mee naar de kerk om de zondagsviering mee te maken en dan zat de gebedsruimte meer dan halfvol met die gastjes uit de stad. In 1937 richtte hij in Bethanie een scoutsgroep op, de Don Boscogroep. Een zeer goed bedoeld initiatief van de brave man, maar het succes was niet denderend. Enerzijds was er in Bethanie de goedwerkende patronaat- en KAJ-afdeling, anderzijds waren de meeste moeders niet van het soort, dat veel geld wilde besteden aan het vrij dure scoutsuniform. En zonder dat uniform ging het echt niet, bij de scouts. Enkelen zijn bij die groep gebleven o.a. Rik Holtappels, Vic Beerlandt, Robert Thissen en misschien Louis Antonissen. Maar vrij snel kwam er in 1938 een fusie met de Sint-Paulus groep van Brasschaat-Dorp. Voortaan konden de scouts dus op twee plaatsen terecht in hun huis aan de de Borrekenslei en in de Aubertuskolonie. Zij gingen ook mee in de twee processies, zowel in die van het Dorp als in die van Bethanie/ Driehoek. Master Huysmans zal met de Aubertuskolonie en met de scouts verbonden blijven tot na de Tweede Wereldoorlog.

Ondertussen waren er in de jaren 1934-35-36 zoveel overnachtingen en ook studiedagen voor volwassenen, dat de vzw overwoog het gebouw te verkopen en een ander te bouwen op een ruimer terrein, wat dan ook meer speelmogelijkheden zou bieden. Graaf della Faille de Leverghem schonk daartoe een groot perceel aan de hoek Miksebaan/Papestraat. Maar dan kwam de oorlogsdreiging. Bij de grote mobilisatie van 1939 werden soldaten in de kolonie ingekwartierd. Door beschadiging, inbraak en diefstal in mei 1940 kwamen er geen vakantiegasten in 1940. Dus ook financieel was dat een ramp. Met instemming van de schenker werd het terrein aan de Miksebaan verkocht voor 39.000 fr. Daarvan werd 25.000 fr. besteed aan de delging van de lening van Maria Huysmans; een ander deel van de opbrengst werd gebruikt om herstellingen aan het gebouw uit te voeren, om het terug ter beschikking te kunnen stellen van groepen. Maar in de oorlogsjaren rezen dan weer nieuwe moeilijkheden, de bevoorrading met eetwaren. Voor alle groepen, voor alle gasten die er wilden verblijven, had men rantsoenzegels nodig. Gelukkig werd ook op dat vlak hulp geboden door het gemeentebestuur, door Winterhulp en door weldoeners uit diverse bedrijven.

De vzw zit immers na de Tweede Wereldoorlog met zeer ernstige problemen. Oorlogsschade, slecht onderhouden infrastructuur, onvoldoende financiële mogelijkheden, en gasten die niet meer of onvoldoende komen opdagen. Einde 1951 worden besprekingen aangevat met de Vereniging van de Parochiële Werken der Dekenij Ekeren, om de vzw Aubertusverlofkolonie over te nemen, inclusief alle activa en passiva. Op die manier zou de bestaande infrastructuur ter beschikking kunnen gesteld worden van de jeugdwerking in de Sint-Jozefsparochie.

Er gaan dan weer enkele jaren voorbij waarin de gebouwen gesloten blijven, en pas op 8 april 1954 antwoordt kanunnik Van Aelst, voorzitter van de aangeschreven vereniging, dat de vereniging afziet van de overname aan de voorwaarden die gesteld werden, vooral rond de passiva, zegge de schulden. In diezelfde periode ontstaan In de vzw zelf ook interne spanningen. Enkele nieuwe leden van de bestuursraad gaan niet akkoord met de zienswijze van de ouderen, waarmee bedoeld wordt Jos en Maria Huysmans. Er vinden nog wel enkele algemene vergaderingen plaats, maar op 30 mei 1960 worden alle leden van de vzw dringend uitgenodigd, aanwezig te zijn op een bijzondere algemene vergadering bij notaris Genard in Borgerhout. Na een uiterst vinnig debat wordt slechts één besluit geformuleerd: de vereniging kan haar taak niet meer uitoefenen en er moet dringend een oplossing komen, Maar die oplossing komt er voorlopig niet. Het is pas na het overlijden, in 1963, van de twee hoofdpersonen, Jos Huysmans en Maria Huysmans, dat de toestand gedeblokkeerd wordt en in de gunstige richting evolueert. Door bemiddeling van oud-pastoor Mast, en via de overkoepelende christelijke sociale organisatie in de Nationalestraat in de persoon van de eerwaarde heren Dhanis en Pollefoort, komt er een overdracht ten gunste van de Parochiële verenigingen van het ondertussen zelfstandig geworden Bethanie. Op 4 maart 1964 nemen alle leden van de vzw Aubertusverlofkolonie ontslag, en op 16 april treden nieuwe personen aan: Frans Van Aert, pastoor en voorzitter, André Ruyloft, onderpastoor; Jos Schellekens, secretaris; Jacques Demeire, schatbewaarder; Jan Tassiers en Fons Van Wijnsberghe. Enerzijds een goede zaak voor de jonge parochie, anderzijds oorzaak van vele financiële kopzorgen. Getuige hiervan deze brief van pastoor Van Aert van 5 juli 1964:
… Beste Parochianen van Bethanie, Door een zeer gelukkige oplossing heeft onze parochie dit voorjaar de beschikking gekregen over het gebouw van de “Verlofkolonie St-Aubertus”, Koloniestraat 44, De ligging zal U bekend zijn, van de Lage Kaart uit gezien, schuin achter de kerk. Het gebouw bracht een goede oplossing, bizonder voor onze jeugdbeweging; we kampten immers allen met plaatsgebrek.
De vereniging “Verlofkolonie St-Aubertus” is intussen blijven bestaan, met de verplichting ook jeugdgroepen op te nemen voor een kamp of bivak tijdens het verlof.
Deze erfenis ging echter niet zonder grote kosten voor ons. Het zou misschien zonder Uw hulp nog te dragen zijn geweest; nu komen we echter voor de noodzaak te staan, het speelplein, dat voor tweederde eigendom is van notaris De Ridder uit Antwerpen, erbij te kopen. Dit speelterrein kan de Verlofkolonie niet missen; als jeugdgebouw verliest zij zonder dit terrein haar waarde. Daarom komen we een beroep doen op onze parochianen, om hierbij te helpen.
Wij zijn zo vrij ons tot U te richten met steunbons. Wees zo goed ons naar vermogen te helpen. U bewijst een onschatbare dienst aan de jeugd van onze eigen parochie. Wij danken U dan ook bij voorbaat reeds allerhartelijkst voor Uw milde gave…

Aubertuskolonie

Inderdaad, de Vereniging van de Parochiële Werken der Dekenij Ekeren heeft het eigendom gekocht, echter zonder het speelterrein, met de bedoeling het ter beschikking te stellen van de jeugdwerking. Maar tevens is overeengekomen, dat Bethanie moet zorgen voor werking en onderhoud. En onderhoud betekent op de allereerste plaats, herstelling! De kleine karweien worden uitgevoerd door vrijwilligers, Fons Van Wijnsberghe, Jos Schellekens, Jan Roose, Laurent Ignoul en nog anderen. De leden van de KAV zorgen voor de grote schoonmaak. Voor grotere herstellingen moet men de plaatselijke vaklui vragen en uiteraard betalen. Jan Roose, gepensioneerd en op dat moment voorzitter van de KBG, gaat op bedeltocht, huis aan hus, en verzamelt op die manier liefst 16.000 fr. Grote weldoeners zoals burgemeester Hendrickx, schepen Goris en Guyot de Mishaegen zetten 1.000 fr. en meer op de bankrekening. Maar puiten die noodzakelijke herstellingswerken moeten eveneens nieuwe gebruiksmaterialen aangekocht worden: kookvuren, waterkraantjes, wasbakken, matrassen en verder allerlei huisraad en meubilair voor het onderbrengen van groepen. De meisjeschiro van Bethanie mag er als eerste haar intrek nemen. De leidsters moeten dan wel officieel een overeenkomst handtekenen over wat kan, wat moet en wat niet mag, Die handtekeningen zijn van Angèle Kenis, Gerda Kenis, Agnes Schellekens, Marie-Louise Wouters en Christiane Lauryssen.

Zoals blijkt uit de brief van pastoor Van Aert, overweegt men om ook de grond naast het gebouw aan te kopen, nog altijd eigendom zijnde van notaris De Ridder, ondertussen de zoon. De Antwerpse Volksspaarkas wil daartoe een lening van 200.000 fr. ter beschikking stellen, maar de verkoper van zijn kant is niet bereid, om het terrein aan voordelige voorwaarden af te staan. De koop gaat uiteindelijk niet door en de lening wordt geannuleerd. In 1965 vraagt de Antwerpse Volksspaarkas om elke zondag van 10 u tot 12 u haar zitting te mogen houden in een lokaal van de kolonie; ook de ziekenkas van de Christelijke Mutualiteiten wenst haar zitdagen daar te houden. Voor die activiteiten wordt een jaarlijkse vergoeding van 1.000 fr. betaald, en zo wordt op zekere dag een lichtreclame van beide gebruikers boven de deur gehangen. In 1965 wordt nogmaals een infoblad aan de bewoners van Bethanie bezorgd. Daarin stelt men duidelijk wat de Aubertuskolonie in feite is, wie de beheerders zijn, welke mogelijkheden er zijn om, naast vakantiekampen en Chiro, de lokalen te gebruiken voor vergaderingen en feesten.
Wanneer pastoor Van Aert en onderpastoor Ruyloft in 1975 de parochie verlaten, neemt ook Jos Schellekens ontslag. In vergadering van 9 december 1975 wordt dan de bestuursraad als volgt samengesteld: Jan Aertsen, pastoor en voorzitter; Jan Tassier, secretaris; Jacques Demeire, penningmeester en afgevaardigde-beheerder; verder nog Antoon Van Ham en Jos Smolders, onderpastoor. De bekendmaking gebeurt in het Belgisch Staatsblad van 29 januari 1976. De gouden jaren van de verlofkolonie zijn evenwel definitief voorbij. Wanneer bovendien het ernaast liggend speelterrein verkocht en verkaveld wordt, moet de Chiro noodgedwongen op zoek gaan naar andere vergaderzalen en speelruimte. Het gemeentebestuur steekt dan een handje toe en stelt een speelterrein ter beschikking, op het vroegere oefenterrein van de veldartillerie, tussen Garcondreef en containerpark. Daarover meer in het deel over de Chiro van Bethanie.

Uit ‘75 jaar Bethanie, geschiedenis van een wijk’ – auteur Frans Bellens - D/2000/055/93 - ISBN 90 289 2847 2