parkeerruimten, belasting 2024-2025 (ontbreken van parkeerruimten)

datum goedkeuring

18 december 2023

datum bekendmaking

20 december 2023

Feiten en motivering
In navolging van het decreet basisbereikbaarheid van 26 april 2019, waarin wordt opgenomen dat ingezet dient te worden op combi- en deelmobiliteit, en rekening houdend met de Visienota van de vervoerregio Antwerpen waarin wordt vermeld dat een modal split van 50% auto - 50% andere vervoersmodi dient te worden nagestreefd, wenst de gemeente Brasschaat het gebruik van alternatieve en duurzame vervoersmodi te stimuleren.

Brasschaat wil zich eveneens profileren als mobiliteitsduurzame- en fietsgemeente, met een sterke groei van het fietsgebruik. In dit kader wenst de gemeente ook verplichtingen op te leggen inzake het stallen van alle soorten fietsen.

In zitting van 25 september 2023 werd de nieuwe gemeentelijke parkeerverordening door de gemeenteraad goedgekeurd: op basis van de maatschappelijke noden omtrent beschikbare ruimte, parkeerdruk en mobiliteit, heeft de gemeente besloten om de bestaande parkeernormen te wijzigen en alsook om verplichtingen op te leggen inzake het stallen van alle soorten fietsen.

In toepassing van deze nieuwe parkeerverordening moet bij bepaalde vergunningsplichtige werken een minimum aantal parkeerplaatsen aangelegd worden. Parkeerplaatsen omvatten dus zowel autostaanplaatsen als fietsstalplaatsen.

In de mate dit minimumaantal niet gerealiseerd kan worden, dient de houder van de stedenbouwkundige vergunning de reden daarvan te motiveren en een compensatoire vergoeding (belasting) aan de gemeente te betalen na definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

Dit geldt enkel voor zover de afwijking leidt tot een verhoogde ruimtelijke kwaliteit, waarbij op basis van de goede ruimtelijke ordening zowel de kwaliteit van het project bekeken wordt, als de impact op de omgeving bv:.

  • Het is om technische redenen volgens de vergunningsplichten onmogelijk om de normen na te leven
  • De specifieke perceelsconfiguratie laat de inplanting van parkeerplaatsen niet toe of veroorzaakt onaanvaardbare hinder voor een aanpalend perceel.
  • Het is niet wenselijk of mogelijk om een toegang tot het openbaar domein te creëren.(bv. ligging op een druk kruispunt), Het opvangen van parkeerplaatsen voor projecten in de nabije omgeving Een beschrijvende nota kan door een parkeeronderzoek in de buurt en een enquêtering aantonen dat er een marktconforme vraag is naar parkeerplaatsen (kopen).


Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om de bestaande tarieven voor ontbrekende autoparkeerplaatsen te behouden en om de huidige tarief van 2.000 euro per ontbrekende fietsstalplaats te reduceren naar 1.000 euro. De tarieven dienen vanaf 1 januari 2025 jaarlijks aan de ABEX-index aangepast te worden.

De financiële toestand van de gemeente maakt de heffing noodzakelijk van alle rendabele belastingen.

Juridisch kader
Het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2013 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2014-2019.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 bepaalde de tarieven van de belasting op het ontbreken van parkeerruimten voor de aanslagjaren 2020-2023.
Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.
Het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2011 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg.
Het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg.

Financiële gevolgen
De opbrengst wordt geraamd op 50.000 euro.

BESLUIT éénparig
Art.1.- Met ingang van 1 januari 2024 en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op het ontbreken van autoparkeerplaatsen en fietsstalplaatsen. Ze is van toepassing op het uitvoeren van volgende vergunningsplichtige werken:

  • het optrekken van nieuwe gebouwen;
  • het herbouwen van gebouwen;
  • het uitbreiden van gebouwen met meer dan 50 m² bruto-vloeroppervlakte;
  • het doorvoeren van vergunningsplichtige functiewijzigingen;
  • het vermeerderen van het aantal wooneenheden;
  • de regularisatie van één of meer van bovenstaande werken;
  • kleinhandelsactiviteiten


De normen, de afmetingen en de ligging van parkeerplaatsen werden vastgelegd in de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening van 25 september 2023 en latere wijzigingen op het aanleggen van parkeerplaatsen buiten de openbare weg.

Art.2.- De belasting is verschuldigd door:

  1. de houder van een stedenbouwkundige vergunning
    1. die, op grond van deze vergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning voorgeschreven parkeerplaatsen aan te leggen
    2. die één of meer van de in de stedenbouwkundige vergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen niet heeft aangelegd
  2. de eigenaar die de noodzakelijk aan te leggen parkeerplaatsen overeenkomstig de stedenbouwkundige vergunning heeft aangelegd maar die alsnog een andere bestemming geeft aan vergunde parkeerplaatsen


Art.3.- De belasting is verschuldigd, na controle van uitvoering van de vergunning, bij de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.

Art.4.- Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld volgens de tarieven, bepaald in de belastingverordening die van kracht was op het ogenblik van de aflevering van de stedenbouwkundige vergunning:

  • voor de vergunningen, afgeleverd vóór 1 maart 2011, wordt het tarief per ontbrekende of niet behouden parkeerplaats vastgesteld op 2.500,00 euro
  • voor de vergunningen, afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2011 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg, wordt het tarief vastgesteld op:
    • 2.500,00 euro indien er 1 parkeerplaats ontbreekt of niet behouden blijft
    • 3.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er twee parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 3.500,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er drie parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 4.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vier parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 5.000,00 euro per ontbrekende parkeerplaats indien er vijf of meer parkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
  • voor de vergunningen, afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg, wordt het tarief vastgesteld op:
    • 1.000,00 euro per ontbrekende fietsstalplaats of niet behouden fietsstalplaats
    • 2.500,00 euro indien er 1 autoparkeerplaats ontbreekt of niet behouden blijft
    • 3.000,00 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er twee autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 3.500,00 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er drie autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 4.000,00 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er vier autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven
    • 5.000,00 euro per ontbrekende autoparkeerplaats indien er vijf of meer autoparkeerplaatsen ontbreken of niet behouden blijven

Art.5.- Indexering
De belastingtarieven met betrekking tot de vergunningen die werden afgeleverd op basis van het gemeenteraadsbesluit van 25 september 2023 en latere wijzigingen houdende goedkeuring van de parkeerverordening buiten de openbare weg worden vanaf het aanslagjaar 2025 jaarlijks op 1 januari van het aanslagjaar aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat. Het geldende ABEX-indexcijfer van december 2023 wordt als basisindexcijfer beschouwd. De geïndexeerde tarieven worden afgerond tot 1 cijfer na de komma.

Art.6.- De belasting wordt gevestigd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Art.7.- De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Art.8.- Bezwaar §1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen en de procedure wordt op het aanslagbiljet vermeld. §2. De indiening en de behandeling van het bezwaar gebeurt volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen

Art.9.- Het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende goedkeuring van de belasting 2020- 2025 op het ontbreken van parkeerruimten wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van onderhavig besluit.