kermis, plaatsrecht 2020-2025

datum goedkeuring

25 november 2019

datum bekendmaking

3 december 2019

feiten en motivering
Het besluit van de gemeenteraad van 18 november 2013 houdende vaststelling van de plaatsrechten 2014-2019 voor kermissen en foorinstellingen op de openbare weg. Het is financieel aangewezen voormeld besluit voor de jaren 2020-2025 te hernieuwen.

juridisch kader
De wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd.
Het besluit van de gemeenteraad van 20 december 2007 houdende goedkeuring van het politiereglement betreffende de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie
Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal bestuur.
Het advies van het Agentschap Ondernemen zoals bepaald wordt in artikel 10§2 van de wet van 25 juni 1993.

financiële gevolgen
De opbrengst wordt geraamd op 13.000 euro.

BESLUIT eenparig:

Art.1.
- Met ingang van 1 januari 2020 en voor een periode eindigend op 31 december 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder navolgende voorwaarden een plaatsrecht geheven op de lokale kermissen.

Art.2.- De plaatsrechten worden vastgesteld per lopende meter per kermisattractie en per kermis:

  • september kermis: 23 euro/lopende meter
  • overige kermissen: 11,50 euro/lopende meter

De uitbaters van de kermisattracties die hiervoor gemachtigd worden om tijdens de Paasfoor gedurende een bijkomende week gebruik te maken van hun plaatsrecht zullen hiervoor een aanvullende vergoeding van 25 % aangerekend worden.

Er wordt rekening gehouden met de grootste lengte. De kermisattracties die voorzien van een cikelvormig of veelhoekig grondvlak wordt de lengte vastgesteld op basis van de diameter of de grootste diagonaal.

Art.3.- Het plaatsrecht is verschuldigd door de uitbater van de kermisattractie.

Art.4.- Het plaatsrecht is eisbaar, zodra de plaats op het openbaar domein wordt ingenomen. De betaling van het plaatsrecht dient te gebeuren binnen de 30 dagen na ontvangst van het verzoek tot betaling op rekeningnummer van het gemeentebestuur.

Art.5.- Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de inning van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen.